De principaal-agency theorie veronderstelt een belangentegenstelling tussen de theorie doelstellingen van de organisatie en haar medewerkers. Het bestuur of het management moet maatregelen nemen zodat medewerkers in het belang van de organisatie gaan handelen. Dit is het vakgebied van planning en control. Een goede planning en control ondersteunt het management bij sturing geven aan de processen en mensen binnen de organisatie. Daarmee is het vakgebied planning en control veelomvattend.
Het gaat bij planning en control onder andere om leiderschap, organisatiecultuur en risicomanagement. Allemaal organisatieaspecten die richting geven aan het handelen van de medewerkers. Planning en Centraal element binnen de planning en control is de planning en control cyclus. De Control cyclus planning en control cyclus gaat over het op- en vaststellen van doelstellingen en het monitoren van de realisatie daarvan. De planning en control cyclus geeft de bestuurder en het management concrete handvatten om (bij)sturing te geven aan de activiteiten binnen de organisatie.
Op basis van vier activiteiten plan – do – check – act
Op basis van het strategisch plan worden jaarlijks resultaten gedefinieerd die het komend jaar gerealiseerd moeten worden. Het is belangrijk om deze resultaten SMART te formuleren. Het plan is kader stellend voor de uitvoerende fase.
In de DO-fase vinden de uitvoerende activiteiten plaats. Tijdens de uitvoering vindt permanente meting van de vastgestelde prestatie-indicatoren plaats welke in de check-fase worden geëvalueerd en in kaart worden gebracht.
In deze fase worden de resultaten van de uitvoering vergeleken met de geplande resultaten. De verschillen worden geëvalueerd en verklaard. Ook wordt hier vastgesteld of de informatie volledig en juist is en de doelstelling wordt behaald.
In deze fase kan het management bijsturen indien dat noodzakelijk is. Bij tegenvallende resultaten kan het management maatregelen nemen om het oorspronkelijke plan alsnog te halen. Het management kan ook het plan bijstellen.